maandag 11 september 2017

ciT - Woord

© Eelco van den Bergh
Je ontwaakt als een man van achttien, onderuitgezakt tegen een boom in het park. Een fontein begint voorzichtig te spuiten. In flats en huizen wordt het licht aangedaan. Armen gooien ramen en deuren open. Kinderen worden naar school gebracht. Een junk zit aan het einde van een trip. Op café wordt een eerste koffie geschonken, nog een bier getapt. De wind blaast een stadsplan in een toeristengezicht. Pendelaars banen zich een weg naar een job in een toren – hun zolen onderhouden het olifantenpad.

Een man met een grijparm plukt een naald uit het gras en gooit het in een bak op wielen. Hij zegt: ‘Es-ce que tu viens avec moi?’, maar je blijft naar de hemel staren. ‘J’espère que tu trouves ton ange,’ zegt hij. Een vrouw neemt een foto van het vuilnis in zijn bak. ‘Mais tu fais quoi?!’ vraagt hij en hij sist en klapt in zijn handen. De vrouw neemt een foto van hem. Straks hangt hij aan een wasdraad naast een snapshot van het vuilnis; een duif op een vensterbank; een jongen met Mickey Mouse-oren op zijn hoofd; springveren die uit een versleten bed steken; een ouder koppel op de bus – ze dutten, leunen zwaar tegen elkaar aan; een opwaaiende jurk en twee dikke, bleke benen; een meisje dat haar hand naar een taart uitstrekt – haar vingerafdrukken op de etalage komen het dichtst in de buurt.

Jij hebt alle letterkoekjes opgegeten. Je maag maakt een pompende beweging. Je stembanden trillen. Een woord werkt zich naar boven en gaat op je tong liggen. Je spuwt het uit en raakt een struik. Hij blijkt gemaakt van spaanderplaat en valt met een klap op de grond. Het houtskelet hangt hulpeloos in de lucht. De cameraman die zich achter de struik had verstopt, wordt niet langer aan je oog onttrokken. Hij komt naar je toe en zoomt in op je mond. Langszij staat de regisseur druk te gebaren. Je weegt je woorden, spreekt ze uit.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten