dinsdag 24 maart 2015

Een polemiek - man over vrouw (deel 4)


Het literaire tijdschrift Gierik & NVT startte in oktober 2014 met een polemiek over wat literatuur vermag, moet en kan zijn. Redactielid Peter De Voecht beet de spits af en nodigde iedereen uit hierop te reageren. Marie Meeusen leverde een derde reactie. Meeusen zat in de redactie van Kluger Hans, publiceerde proza, poëzie en essays en schrijft brieven op haar blog Huiverinkt.

De goddelijke huisvrouw

Net als in de polemieken van De Voecht, Kregting en Lindner neemt ook Meeusen het woord durf in de mond. Literatuur die experimenteel wil zijn, moet durven, zowel op stilistisch als inhoudelijk vlak. Meeusen herkent in de stukken van haar polemische voorgangers de roep om vormelijk experiment, maar legt een klemtoon op het inhoudelijke experiment. Literatuur, vindt ze, bevestigt nog te vaak het cliché. Boeken over gelukkige huismannen, intelligente prostituees of succesvolle zigeuners zijn dun gezaaid.

Haar opmerking deed me denken aan een ouder blogbericht van mezelf over de erotica-hype. Ik schreef toen:

Taal - in het algemeen, dus ook de seksuele - is door mannen beïnvloed. Nu, maar vooral vroeger, zijn ze verantwoordelijk voor de meeste boeken die te koop worden aangeboden. Ze hebben het spreken en denken van mannen en vrouwen die na hen kwamen vorm gegeven. Daaruit concluderen dat seksuele taal enkel mannen toebehoort, is te kort door de bocht.

(...) 

Zodra een erotisch verhaal door een vrouw is geschreven, drukt ze haar vrouwelijke stempel op de woorden. Staan deze romans dan los van 'de mannelijke taal'? Nee. Maar is dat erg? De taal van mannen een vrouwen is met elkaar verbonden. Lifestylebladen willen ons het tegendeel doen geloven. U kent het wel: vrouwen komen van Venus, mannen van Mars. De realiteit is gelukkig anders. We leven niet naast, maar met elkaar. De beïnvloeding is wederzijds.

(...)

De vrouwelijke seksualiteit heeft al woorden gekregen en zal nieuwe woorden krijgen.

A girl is a half-formed thing

Tegen vrouwen - en bij uitbreiding tegen iedereen die onder een (rol)patroon zucht - zeg ik: schrijf het op, druk het uit, zeg het in jouw woorden. Ik ben dan ook blij dat, na drie mannen, met Meeusen eindelijk een vrouw haar pen scherpt om zich in deze polemiek te mengen.

De Ierse schrijfster Eimear McBride ontwikkelde voor haar debuut een eigen grammatica. Ze ontwricht de regeltjes zoals je ze kent. Je herkent de woorden, maar niet de volgorde waarin ze worden geplaatst. De openingsregels van A girl is a half-formed thing klinken zo:

For you. You'll soon. You'll give her name. In the stitches of her skin she'll wear your say.

Schrijven is het ontwikkelen van een eigen taal. Enkel zo ontstaat een eigen uitdrukkingsvorm waarin diegenen die door het cliché worden onderdrukt, net dat cliché kunnen ontkrachten. Laat vrouwen, zwarten of mensen met een handicap roldoorbrekende personages scheppen. Meer nog: verwacht hetzelfde van mannen, blanken of mensen die twee armen en benen hebben. Het woord durven nemen, is het woord ontwikkelen. 

Man over boek

Literatuur, is dat niet saai en duf? Iets waarover alleen professoren palaveren? Meeusen stoort zich aan literatuurkritiek die niet over de academische muren klimt. Een polemiek die zichzelf serieus neemt, moet verder durven reiken dan de gebouwen van een universiteit. Literatuur moet zichzelf op het spel durven zetten. De relevantie in vraag stellen, is de relevantie ontwikkelen.

In Vlaanderen wordt om de zoveel tijd geopperd dat er nood is aan een televisieprogramma over boeken. Eens het programma daadwerkelijk op de buis verschijnt, kijkt geen hond ernaar. Het zet die zogezegde ongeïnteresseerde burger evenmin aan om en masse literatuur in te slaan. Vooraf kun je de kritiek reeds voorspellen: ofwel is het te elitair, ofwel (meestal) te plat. De laatste poging, Man over boek, werd in de laatste categorie geduwd. Toegegeven, over de hele lijn zette het vooral in op entertainment, maar af en toe wisten de makers literatuur op een toegankelijke manier te brengen zonder plat op de buik te gaan. Zo probeerde StuBru-presentator Stijn Van de Voorde een boek van Franz Kafka in de Koninklijke Bibliotheek te lenen. Hij stootte daarbij op allerlei kafkaëske toestanden en werd van het ene loket naar het andere gestuurd.

Een breed publiek aanspreken lijkt synoniem te staan met een versimpeling van de inhoud. Liever zie ik een programma dat verheldert - een eigenschap die ik zowel van de media als van de literatuur zelf verwacht. Ik heb geen nood aan mist, maar aan een vuurtoren. Ik geloof niet dat een boekenprogramma werkt als de inhoud in hapklare, van het vet glanzende brokken wordt aangeboden. We zitten in een catch-22: diegenen die naar een diepgravend programma over literatuur verlangen à la Boeken van Wim Brands, krijgen light entertainment, terwijl de beoogde doelgroep niet eens weet dat het programma bestaat.

Samen wasjes draaien

Durf, niet alleen op het vlak van vorm en inhoud, maar ook in de manier waarop literatuur zichzelf in vraag stelt. Geen vraag die alleen door een select kransje wordt beantwoord, maar door een breed publiek. Geen discussie die zich beperkt tot de gekende kanalen, maar die op zoveel mogelijk plaatsen wordt gevoerd. Literatuur is enkel relevant als ze ervoor zorgt dat ze relevant is. Dat doe je door erover te praten en door teksten te schrijven die het gesprek voeden.

Literatuur mag een like-knop hebben. Boeken zijn oneindig leuk. We gooien gewoon iedereen in de literaire wastrommel. Hapklare brokken hebben afgedaan. Foto's op Facebook van zelfgemaakte taarten doen het toch ook veel beter dan in de winkel gekocht gebak? Tussen haakjes: literatuur bekleedt geen superieure positie tegenover andere uitdrukkingsvormen. Laat de reacties op wat mensen lezen even verscheiden zijn als de polyfonie die we van de literatuur zelf verwachten. 

Lees ook de andere polemieken en mijn reacties hierop:
Erik Lindner - Zonder titel

Geen opmerkingen:

Een reactie posten