zondag 20 oktober 2013

De toekomst ligt achter ons (deel 2)

Deel 1 lees je hier.

Helsinki, wat een stad! Uitgestrekter dan Kopenhagen, maar compacter dan Stockholm. De Finnen mogen trots zijn op hun hoofdstad die meer dan tachtig musea herbergt. Ik bezocht onder andere het museum voor toegepaste kunst. Dit jaar precies honderdveertig jaar oud. Ter gelegenheid van die verjaardag werd de collectie getoond aan de hand van thema's zoals gender, macht, seksualiteit, anarchisme en activisme.

Bezoekers kregen niet alleen de officiële geschiedenis achter de tentoongestelde stukken te horen. Elk thema werd ook gelinkt aan essay waarin werd nagedacht over het verleden en de toekomst van design. Grafisch designer Johannes Ekholm schreef het anarchistische essay. Design moet voor hem als een nachtclub zijn waar mensen binnenkomen, feesten en weer vertrekken. Fins design van de toekomst is van en voor iedereen en maakt zich los van het verleden.

De erfenis van Alvar Aalto weegt zwaar op de schouders van diegenen die na hem komen. Tot op vandaag kun je in Finland (en daarbuiten) bijna overal zijn beroemde Savoyvaas kopen. De frosta kruk van Ikea is bijna een exacte kopie van Aalto's stoel 60. Meer dan dertig jaar na zijn dood blijft de invloed van de man groot. Jonge designers slagen er niet in een plek naast hem te veroveren. In het beste geval krijgen ze een rol in de schaduw. Begrijp me niet verkeert: mijn respect voor het werk van Aalto is groot. Zijn ontwerpen zijn knap en tijdloos. De Savoyvaas is als een Fins meer: grillig, doch vloeiend.

Volgens Ekholm zorgt de verheerlijking van het verleden voor een creatieve stilstand. Finland is een cliché geworden. Buitenlanders geloven dat artiesten nog steeds met pen en papier in de bossen zitten om zich te laten inspireren voor hun volgende ontwerp. Hij gelooft niet dat er iets origineel, waardevol of cultureel relevant kan voortkomen uit de natuur. De mens van de 21e eeuw is een nomade. De Fin past niet meer in een vak. Zijn identiteit is grillig en vloeibaar. Hij heeft geen wortels meer.

En juist daar wringt voor mij het schoentje. Ik volg Ekholm wanneer hij zegt dat onze wortels zich geen leven lang op één plaats bevinden. De tijd is voorbij dat we in hetzelfde dorp wonen, werken en sterven, maar dat wil nog niet zeggen dat we wortel-vrij zijn. Onze roots zijn mee met hun tijd: ze volgen ons. Ze schieten voor het eerst in de grond in België, maar kunnen doorheen de jaren groeien tot in Australië.

In de ontkenning van wortels, ligt tegelijkertijd een erkenning. Je kunt je niet afzetten tegen iets dat niet bestaat. Het beeld van de nachtclub als de plek waar creativiteit ontstaat, duidt ook op een voorkeur van Ekholm voor ontmoeting, drukte en chaos. Anarchie en chaos zijn echter geen synoniemen. Je kunt pas een anarchist zijn als je weet waar je vandaan komt en waar je naar toe wilt gaan.

Een oefening: neem je favoriete personage uit een boek. Waarom bleef hij of zij je bij? Waarschijnlijk omdat je zijn of haar verhaal geloofde. Een personage zonder wortels is ongeloofwaardig. Dat betekent niet dat zijn of haar verhaal van wieg tot graf gedetailleerd moet worden beschreven. Het verleden staat tussen de regels, wordt getoond door de handelingen van het personage. Een lezer overweegt het verleden dat de schrijver hem voorschotelt. Hiervoor doen we een beroep op onze eigen ervaring. Herkennen we onszelf in het personage of juist niet? Via de literatuur raken de wortels van een lezer en een personage elkaar aan.

3 opmerkingen:

  1. Worteltjes hebben een frisse oranje kleur. Als je ze niet vlug genoeg verorbert krijgen ze een viezige schimmellaag, nog later worden ze roestig bruin. Oke, oke, dat je roots belangrijk zijn… maar niet overdrijven! Heb altijd een hekel gehad aan mensen die je expliciet aan hun wortels herinneren. Belangrijk is het nu. In die zin geef ik Ekholm volledig gelijk. Altijd maar memmen over het verleden = stilstand. Dat ophemelen van je roots ruikt trouwens naar een soort nationalisme. Ook werken mensen die het voortdurend hebben over hun geboorteplek en hun afkomst (mijn grootvader was burgemeester, mijn vader dokter, mijn oom postmeester enz… of: ik ben Marrokkaan, Chinees, ik kom van Afghanistan enz.. ) mij een beejte op de zenuwen.
    Ideaal zou zijn dat je profiel gaat over je passies en je belangstellingspunten … en je talenten… en je emoties… dan altijd over bovengenoemde futuliteiten. Niet dat ik iemand zal beletten zich te uiten…. Maar ik wil geboeid worden, niet verveeld. Als ik met een vreemdeling praat, en daar moet ik niet veel moeite voor doen, haha, ben ik veel meer onder de indruk van zijn of haar ‘warme’ menselijkheid dan van de zogenaamde nostalgische verwijzingen naar hun roots. Een beetje lachen met je roots vind ik ook het van het.
    Wil hier nog aan toevoegen: tijdens mijn reisje naar Italië vond ik geloof ik mijn ‘ontworteling’ zeer leuk. Zo het gevoel van totaal bevrijd te zijn van je ‘roots’…

    Zo'n gevoel wil ik blijven koesteren, foert mijn geboorteplek...

    Zoen

    Yasmin

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Heerlijk antwoord dit. Vooral omdat je je afzet tegen je roots (sorry, ik kon het niet laten :p ).

      Ward

      Verwijderen
    2. Maar serieus nu: je hebt (ook) gelijk. We zijn onze roots en zijn ze tegelijkertijd ook niet. Ook ik kan mij ergeren aan mensen die respect willen op basis van een feit waar ze zelfs weinig toe hebben bijgedragen (zie je voorbeeld over 'ik ben de zoon van x of y').

      In een nieuwe omgeving vertoeven, met een blanco blad ergens opnieuw beginnen, kan bevrijdend zijn. Toch is die keuze ook beïnvloed door de persoon die je daarvoor was (en nog steeds bent). Een mens is niet zus of zo, hij of zij is heden, verleden en toekomst tegelijkertijd.

      Verwijderen